Toen ik een jaar of vijf was raakte ik, in het drukke winkelcentrum van Zwolle zuid, mijn tante en moeder kwijt. Ik voelde mij, voor zover ik weet, radeloos. Ik durfde met niemand te praten. Praten deed ik überhaupt niet tegen onbekenden en ook tegen mijn eigen klasgenoten in groep 1 deed ik niet aan praten. Wat moest ik nu doen? Ik begon te huilen totdat iemand mij optilde en mij begon te troosten…
De eerste week van mijn derde schooljaar zit er alweer op. Maanden keek ik uit naar deze week waarin ik met medestudenten een geweldige volgeplande week had georganiseerd. Ze konden alleen maar stuk gaan en dat is aardig gelukt. Hoewel het thema best leuk gevonden was, was het voor de begeleiders nog 10x erger. Vrijdag en zaterdag sliep ik daarom ook rijkelijk uit. Toen ik deze week met eerstejaars praatte, die om hun beurt weer met tweedejaars praatten, besefte ik me dat de tijd weer veel te snel gaat. Precies een jaar geleden verwelkomde ik die tweedejaars. Die nu om hun beurt zeggen dat ze de introweek toen ook zo leuk vonden. Een jaar is zo snel gegaan. En toen dacht ik aan mijn eigen introweek, ook alweer twee jaar geleden.
Ik kende toen niemand. Werd ingedeeld in een groepje en moest het daar maar mee doen. Maar wat ik gelukkig toen al had geleerd is dat je vrienden maakt door gek te doen. Op de havo besprong ik mijn toekomstige vrienden altijd. Die vonden het toen super raar. Maar, je raadt het al, ze zijn nog steeds mijn vrienden. Daarom moest ik uiteraard wel gekke dingen doen in deze introweek. Zo heb ik tweedehands kauwgom van de grond gegeten. En zo heb ik limonade in mijn spaghetti gedaan. Gekke shit. Mensen die mij toen gek vonden zijn nu nog steeds mijn vrienden. Eigenlijk is het een kwestie van accepteren. Als je mij niet accepteert zullen we ook niet vrienden worden, simpel als dat.
Het is moeilijk om mensen in één keer te vertrouwen. ‘You never get a second chance to make a first impression’, dat is wat ze zeggen. Mijn first impression was misschien een beetje absurd, maar ach. De second impression is wat belangrijker is. En de third, en de fourth en alle daaropvolgende. Eigenlijk alle impressions. Wie je echte vrienden zijn merk je vanzelf wel. Wie je kan vertrouwen merk je ook vanzelf wel.
In de afgelopen twee jaar vertrouwde ik heel veel mensen. Door de Academie voor Popcultuur ben ik mezelf geworden. Daar ben ik ze zo dankbaar voor. Het doet me ook pijn in mijn hart dat ik over twee jaar afgestudeerd moet zijn. Dan begint het ‘echte’ leven pas. Ik maak nu al een planning voor de toekomst. Eigenlijk plannen waar ik nog lang niet aan denk, maar het moet. Wie kan ik dan vertrouwen? En wie moet ik nu vertrouwen?
Ik werd opgetild door een aardige mevrouw. Ze troostte me en vroeg me waar ik mijn mama voor het laatst had gezien. Met een snik wees ik naar de markt. Ergens daartussen verloor ik haar uit het oog. We liepen vervolgens een rondje. Ze had mijn vertrouwen gewonnen, ik hoefde me geen zorgen te maken. We keken overal tot ik plots mijn moeder hoorde roepen: Tammy? Daar ben je!
Mijn moeder was in de kledingwinkel genaamd: Hier.
En nu verder…